Premie, verhoging, dekkingsgraad… Hoe zit het nou echt met mijn pensioen?

Raakt u ook wel eens het zicht kwijt op alle termen die voorbij komen als het over uw pensioen gaat? Premie, verhogen, korten, dekkingsgraad, opbouw… Eigenlijk is het enige dat u wilt weten toch gewoon: ‘Krijg ik straks genoeg pensioen om een leuk leven te leiden?’

Die vraag kunnen wij niet voor u beantwoorden. Dat is immers afhankelijk van wat u verstaat onder een leuk leven. Maar we willen wel graag een poging doen om uit te leggen hoe het zit met premie, opbouw, verhoging enzovoort.

Verhoging van uw pensioen

Wij streven ernaar om uw pensioen elk jaar mee te laten stijgen met de prijzen. Zo blijft uw pensioen even veel waard. Of dat lukt, is afhankelijk van het resultaat dat we halen met onze beleggingen. Dat heet het rendement. Als onze beleggingen meer waard zijn dan het geld dat we moeten reserveren om de pensioenen in de toekomst te kunnen blijven betalen, dan is onze dekkingsgraad meer dan 100%. Vanaf een dekkingsgraad van 110% mogen we de pensioenen gedeeltelijk verhogen. Als onze dekkingsgraad boven de 125% is, dan mogen we uw pensioen zelfs evenveel verhogen als de prijzen dat jaar zijn gestegen. U vindt de actuele dekkingsgraad hier .

Verlaging van uw pensioen

Als we te weinig geld in kas hebben om tegenslagen op te vangen, dan moeten we een zogenaamd herstelplan schrijven. In dat plan beschrijven we hoe we ervoor zorgen dat we binnen 10 jaar weer genoeg ‘vlees op de botten’ krijgen. De uiterste noodmaatregel is het verlagen van de pensioenen. Dat doen we alleen als het echt niet anders kan, namelijk als onze dekkingsgraad lange tijd onder de 100% blijft en alle andere maatregelen niet voldoende effect hebben. Gelukkig is daarvan bij ons fonds op dit moment nog geen sprake.

Pensioen dat u opbouwt

Voor het pensioen dat u opbouwt, zijn de dekkingsgraad en onze financiële situatie nauwelijks van belang. De werkgevers- en werknemersorganisaties maken afspraken over de pensioenregeling en de verdeling van de premie. Voor Openbare Bibliotheken is afgesproken dat er een premie van 19,7% van de salarissom wordt betaald aan het pensioenfonds. Het pensioenfonds berekent jaarlijks hoeveel pensioenopbouw daarvoor toegekend kan worden. We streven daarbij naar de maximale opbouw die belastingtechnisch mag, namelijk 1,738%. Of dat lukt, is vooral afhankelijk van de stand van de rente. Is de rente laag, dan levert de betaalde premie weinig rendement op. Pensioen is dan in feite duur. Een lage rente betekent dus dat de premie van 19,7% te weinig kan zijn om de volledige pensioenopbouw te betalen. Het opbouwpercentage gaat dan omlaag, zodat de prijs van het pensioen daalt en binnen de betaalde premie van 19,7% past.

Het is dus mogelijk dat de financiële positie van het fonds zo goed is dat uw opgebouwde pensioen wordt verhoogd, maar dat door de lage rentestand uw nieuw op te bouwen pensioen wordt verlaagd. Dat is wat er dit jaar is gebeurd. We konden uw pensioen met 1,1% verhogen, maar moesten het opbouwpercentage verlagen naar 1,4%.

Pensioen dat u straks krijgt

Elk jaar bouwt u dus een stukje pensioen op, zoals we dat hierboven beschrijven. Al die stukjes bij elkaar, plus de verhogingen (en eventueel verlagingen) die daarbij horen, leiden aan het eind van uw werkzame leven tot een pensioenuitkering. Omdat de totale pensioenopbouw de nodige jaren rendeert, is er straks voldoende geld voor een levenslange uitkering. Als we dat terugrekenen, dan krijgt u voor elke euro die u inlegt zo’n twee tot drie euro terug. Niet slecht, toch? N atuurlijk krijgt u ook nog AOW van de overheid. En misschien hebt u zelf nog wel een spaarpotje opgebouwd voor uw pensioen.

Wij doen uiteraard ons best om een zo goed mogelijk pensioen voor u te verzorgen, maar het is geen slecht idee om ook zelf in de gaten te houden wat u kunt verwachten en wat u zelf nog kunt doen om na uw pensionering voldoende inkomen te houden!