Nieuws

Pensioen verdelen bij scheiding

Vraag: Mijn partner en ik gaan scheiden. We zijn in gemeenschap van goederen getrouwd. Ik heb een kleiner pensioen dan zij. Moet ik haar ook de helft van mijn pensioenopbouw geven?

Antwoord: Als u uit elkaar gaat, heeft uw ex-partner recht op de helft van het ouderdomspensioen dat u hebt opgebouwd tijdens het huwelijk of de periode van het geregistreerd partnerschap. Het partnerpensioen dat tot de scheiding is opgebouwd, dus ook het vóór het huwelijk opgebouwd partnerpensioen, gaat geheel naar uw ex-partner. Partnerpensioen is het pensioen dat uw ex-partner ontvangt van de pensioenuitvoerder als u overlijdt.

Maar in feite kunt u met uw ex-partner in het echtscheidingsconvenant alles afspreken wat u wilt. Zeker als de pensioenopbouw ongeveer gelijk is, is de noodzaak van verevening niet groot. U kunt overigens ook bij huwelijkse voorwaarden hier vooraf afspraken over maken.

Het is verstandig om binnen twee jaar na scheiding uw pensioenuitvoerders over uw afspraken te informeren. Alleen dan moet de pensioenuitvoerder uw deel van het ouderdomspensioen dat u van uw ex-partner hebt gekregen rechtstreeks aan u uitbetalen. Dat voorkomt dat u te zijner tijd iedere maand uw hand bij uw ex-partner moet ophouden.

U zegt dat u minder pensioen hebt opgebouwd dan uw partner, dus u kunt baat bij pensioenverevening hebben. Maar het kan toch nog tegenvallen. Stel dat uw partner €30.000 ouderdomspensioen heeft opgebouwd, €20.000 vóór het huwelijk en €10.000 tijdens het huwelijk. Dan hebt u na verdeling op grond van de wet van die €30.000 maar recht op €5000 van haar ouderdomspensioen.

Als u anderzijds €5000 ouderdomspensioen tijdens het huwelijk hebt opgebouwd kan uw partner de helft daarvan, €2500, 'opeisen'. U kunt samen besluiten dat u uw ouderdomspensioen volledig houdt en dat uw partner €2500 van haar ouderdomspensioen aan u afstaat. U kunt ook besluiten dat u geen extra pensioen van uw ex-partner krijgt, maar een ander vermogensbestanddeel. Een specialist inschakelen is dan erg verstandig.

Naast ouderdomspensioen hebt u ook nog recht op partnerpensioen.

Er is echter wel een voorwaarde voor overdracht: er moet sprake zijn van een partnerpensioen op opbouwbasis en niet op risicobasis. Bij partnerpensioen op opbouwbasis is er daadwerkelijk een pot geld beschikbaar. Bij partnerpensioen op risicobasis wordt er niet gespaard. De partner krijgt alleen een partnerpensioen als de overleden partner is overleden tijdens het dienstverband.

Overlijdt uw ex-partner? Dan wordt het deel van uw ouderdomspensioen dat was bestemd voor uw ex-partner weer aan u uitgekeerd. Dat is echter niet het geval als de pensioenaanspraken zijn geconverteerd. Conversie houdt in dat het deel van het ouderdomspensioen dat uw partner van u krijgt én het recht van uw partner op (bijzonder) partnerpensioen worden omgezet (geconverteerd) in een hoger ouderdomspensioen voor uw partner.

Let wel: het recht op een deel van het ouderdomspensioen geldt niet voor ongehuwd samenwonenden. Ongehuwd samenwonenden kunnen hierover zelf wel afspraken maken over de verdeling van het ouderdomspensioen. Of de ex-partner recht heeft op het partnerpensioen is afhankelijk van het pensioenreglement. Staat daarin dat een ongehuwde recht heeft op partnerpensioen? Dan heeft de ex-partner daar dus recht op, tenzij partners onderling besluiten daarvan af te wijken.

Bron: Financieel Dagblad