Nieuws

Minister onderzoekt nieuwe rekenregels voor pensioen

Minister Koolmees van Sociale Zaken onderzoekt of hij de rekenregels voor pensioenen kan versoepelen. Het gaat onder andere om de rente waarmee pensioenfondsen hun financiële positie moeten berekenen. Die rente is nu erg laag, waardoor veel pensioenfondsen er financieel niet goed voor staan. Ook wij hebben daar veel last van.

Het onderzoek is onderdeel van de uitwerking van het Pensioenakkoord. Dat sloten vakbonden, werkgevers en overheid vorig jaar. Hierin staan afspraken voor een nieuw pensioenstelsel.

Wat is de rekenrente?

De rekenrente is iets anders dan bijvoorbeeld de rente op een spaarrekening of hypotheek. De rekenrente is een rente waarmee wij bepalen hoeveel geld we nu nodig hebben om iedereen nu én in de toekomst een pensioen te kunnen betalen. De Nederlandsche Bank (DNB) stelt de rekenrente voor pensioenfondsen elke maand vast. De rekenrente is risicovrij. Dat wil zeggen dat u die rente zo goed als zeker krijgt. DNB baseert zich op de rentetarieven op de financiële markten. Omdat vraag en aanbod daar samenkomen, is dat het meest objectief. Dat de rekenrente risicovrij is, is niet voor niets. Het is belangrijk dat dit een veilige rente is, want pensioenfondsen zeggen aan hun deelnemers een pensioen toe.

Hoe gebruiken wij de rekenrente?

Wij berekenen met de rekenrente hoe we er financieel voor staan.

  1. Aan de ene kant hebben we ons vermogen (premiegeld, beleggingen, etc.).
  2. Aan de andere kant staat het bedrag dat we nodig hebben om (in de toekomst) alle pensioenen te kunnen betalen (onze verplichtingen).

We gebruiken de rekenrente onder meer om onze verplichtingen te berekenen.

Waarom doen we dat zo?

We willen er zeker van zijn dat we nu en in de toekomst alle pensioenen kunnen betalen. Zo weten we hoeveel we nu in kas moeten hebben om over pakweg 20, 30 of 60 jaar alle pensioenen te kunnen betalen.

Waarom is een lage rekenrente zo vervelend?

Omdat we dan meer geld nodig hebben om nu en straks alle pensioenen te kunnen betalen. Vergelijk het met sparen bij een bank. Als u nu € 100 op een bankrekening stort en u krijgt 1% rente, dan hebt u na een jaar € 101. Maar als u 3% rente ontvangt, hebt u na een jaar € 103. Als u verplicht bent om na een jaar € 103 aan iemand te betalen, moet u bij een lage rente nu meer geld inleggen dan bij een hoge rente. Tussen het moment dat u begint met pensioen opbouwen en het moment van overlijden zitten tientallen jaren. Daarom kijken wij soms meer dan 60 jaar vooruit. Als jaar op jaar de rekenrente laag is, heeft dat dus veel effect.

En hoe zit het met beleggen?

Op de lange termijn maken we rendement (winst of verlies) met beleggen. Maar dat verschilt per jaar. 2018 was niet zo’n goed jaar, maar 2019 wél. (Hierover kunt u later dit jaar meer lezen in ons jaarverslag. Die staat straks op de Documentenpagina.) Toch is dat niet altijd genoeg. Het negatieve effect van een lage rekenrente op de verplichtingen kan veel groter zijn dan het positieve effect van een stijging van ons vermogen door mooie resultaten met beleggen.

Wat gebeurt er als de rekenrente stijgt?

Dan hoeven we nu minder geld te reserveren om de pensioenen uit te kunnen keren. Dit betekent dat onze financiële positie verbetert. Een stijging van de rekenrente kan echter ook betekenen dat uw pensioen minder zeker wordt. Want de rente waarmee we dan gaan rekenen wordt ook minder veilig. De onderzoekers bekijken op dit moment meerdere varianten in het kader van het Pensioenakkoord.

Hoe gaat het nu verder?

Minister Koolmees werkt het plan verder uit samen met vertegenwoordigers van werknemers en werkgevers. Wij laten het u weten als er meer bekend is.