Nieuws

‘Als je er meer van weet, wil je je inzetten voor pensioen’

Eerder dit jaar werd Ellen te Paske-Lievestro (38), bestuurslid van POB, genomineerd voor Jonge Pensioenfondsbestuurder 2019. Ze heeft een eigen kijk op besturen en ze zegt graag waar het op staat. ‘Ik stuur gerust een mail terug naar een medebestuurder met de vraag: wat staat hier nou.’

In Perspectief, het magazine van pensioenuitvoerder AZL, vertelt Ellen over diversiteit in het bestuur.

Het eerste bestuur waarin Ellen te Paske toetrad was Pensioenfonds Recreatie. Er konden meteen twee krulletjes op de afvinklijst voor diversiteit. Want vrouw én onder de veertig jaar. Dat is keurig volgens de Code Pensioenfondsen, maar Te Paske zinde het niet, zegt ze grinnikend. ‘Als het aan mij lag, had ik er liever nóg een jonge of vrouwelijke bestuurder bij. Gelukkig hebben we nu een aspirant-bestuurslid dat jonger is dan ik.’

Haar entree was stormachtig. Op 11 april 2018 kwam sneller dan gedacht de verklaring van geen bezwaar van DNB. Een dag later was er een bestuursvergadering gepland. ‘Ik zou als toehoorder komen maar kon meteen aanschuiven als bestuurder. Dat voelde heel bijzonder. Ik ervoer het direct als heel dynamisch, zo’n bestuur. Je zit met alle partijen om tafel, bestuurders met achtergronden vanuit werkgevers, gepensioneerden, de werkvloer. Al ben ik nog de enige vrouw, de medebestuurders bij Recreatie zijn wel relatief jong.’ Dat is een weerspiegeling van het jonge deelnemerbestand. Het fonds telt ook veel slapers, mensen die even in de recreatiesector gewerkt hebben en daarna een loopbaan elders beginnen. Twee andere fondsen waar Te Paske als afgezant van de FNV intussen bestuurder is: Pensioenfonds Openbare Bibliotheken (POB) en Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten (StiPP). Veel onderlinge cultuurverschillen zijn er niet tussen al die besturen, vindt ze. ‘Het zijn allemaal leuke medebestuurders. Ze zijn prettig om mee te overleggen. Wat ik merk: gezamenlijk staan we voor onze deelnemers. Voor hen wil je het beste.’

Kinderen naar bed

De eerste ervaringen in pensioenland deed Te Paske in 2015 op als medewerker Pensioen bij FNV Jong en was voorzitter van Stichting PensioenLab (zie kader). Het werkterrein beviel zo goed dat ze als trainee bestuurslid aan de slag ging bij een groot pensioenfonds. Ze was de enige onder de veertig. ‘De andere bestuurders waren vooral oudere grijze heren. Of je dat merkt in de omgang wisselt per persoon. Ik kreeg als trainee wel de vraag bij vergaderingen: wie brengt bij jou thuis nu de kinderen naar bed? En ook bij kennismakingsgesprekken met medebestuurders was er interesse in hoe ik het in mijn gezin ging regelen. Dat zijn vragen die een man niet krijgt.’

Dit soort opmerkingen zijn gelukkig verstomd, aldus Te Paske. ‘Wel ben ik nog steeds relatief nieuw in de sector, geen doorgewinterde bestuurder. Ik ben ook recht voor z’n raap. Dat vinden sommigen best lastig. Dat je een andere kijk hebt, een andere manier van spreken. Ik stuur gerust een mail terug naar een medebestuurder of de uitvoerder met de vraag: wat staat hier nou? Kan het niet korter, vraag ik dan, zeg gewoon hoe het is.’

Het is precies hoe ze naar communicatie met deelnemers kijkt. ‘In de pensioenwereld is de afgelopen jaren veel gesleuteld aan communicatie. We moeten af van de ver-van-je-bed-show. Er zijn genoeg momenten waarop mensen ontvankelijk kunnen zijn voor een gesprek over hun pensioen. Bijvoorbeeld bij het arbeidsvoorwaardengesprek met je nieuwe werkgever. Werknemer en werkgever dragen allebei veel bij. Dat is een kans om duidelijk te maken hoe het met pensioen zit. Dat gebeurt nog wel te weinig vind ik. Pensioenfondsen en werkgevers kunnen hierin samen optrekken. Verder is de taal in pensioenland soms nog steeds niet te begrijpen. Kies je moeilijke woorden, dan moet je niet gek opkijken als niemand zich interesseert.’

Boodschappen inpakken

Zelf had ze ook lange tijd geen belangstelling in het onderwerp. ‘Het pensioen was een getal op mijn loonstrook, meer niet. Hooguit had ik nog het beeld dat er straks toch niet veel van zou overblijven.’ Peter de Haan, kaderlid bij de FNV, bracht haar op andere gedachten, waarop Te Paske zich aanmeldde voor PensioenLab. ‘Peter overtuigde me van het belang van het stelsel. Ons pensioen komt niet uit de lucht vallen. Als je er meer over weet, wil je moeite doen om het systeem in stand te houden. Mijn schrikbeeld is een zeventigjarige die in Amerika je boodschappen inpakt bij de supermarktkassa. Het is een maatschappelijke verantwoordelijkheid om iedereen een normale oude dag te laten beleven. Ik wil niet later vaststellen: had ik het veertig jaar geleden maar anders gedaan.’

Waarom is een pensioenfonds op aarde? Van die vraag zouden bestuurders voortdurend doordrongen moeten zijn, vindt Te Paske. Het is een startpunt om helder te communiceren met deelnemers, is haar overtuiging. ‘Al hebben veel fondsen te maken met de donderwolk die boven ons hangt, de mogelijke kortingen. Geen fijn verhaal natuurlijk.’ Bij POB en StiPP is dat gelukkig niet aan de orde. Bij Recreatie moet er waarschijnlijk wel gekort worden. ‘We moeten als sector zeggen dat het zo niet langer kan. De politiek kan het kortingenprobleem oplossen met nieuwe rekenregels, door meer te kijken naar de rendementen van fondsen. Samen hebben we zoiets moois opgebouwd. Moeten we dat dan helemaal afbreken vanwege rekenregels?’

Van docent naar bestuurder

Bij PensioenLab, een initiatief van de jongeren vakbonden om interesse op te wekken onder jongeren, deed Ellen te Paske-Lievestro met andere jongeren onderzoek naar verschillende pensioenstelsels in Europa. ‘Het was een ontzettend leuke groep om in samen te werken. Sommigen wisten net als ik weinig van het onderwerp. Ons onderzoek presenteerden we aan pensioenexperts. Toen merkte ik dat zulke deskundigen juist willen weten hoe buitenstaanders naar de materie kijken.’

Haar aangewakkerde interesse in de pensioenwereld zette een ommezwaai in haar loopbaan in gang. Voorheen werkte Te Paske lange tijd in het voortgezet onderwijs, als docent maatschappijleer en conrector. Ook werkte ze bij Bureau Jeugdzorg en de Kindertelefoon. Bij FNV Jong begon ze één dag per week als medewerker Pensioen. ‘Op een zeker moment kon ik kiezen: mijn contract verlengen bij de Kindertelefoon of de functie uitbreiden bij FNV Jong. Toen heb ik doorgezet en ben ik helemaal voor pensioenen gegaan. Ik zag wel dat het met de diversiteit beter kon. Ik sprak in 2015 Peter Borgdorff van PFZW erop aan. Een hoop grijze mannen hier, zei ik’, lacht Te Paske. ‘Op zulke momenten moet je juist op je doel af stappen.’

Bron: AZL Perspectief nr. 2 - 2019